Toen ik in 1999 een half jaar in Adelaide studeerde... (zo begint menig verhaal dat ik weet te vertellen), toen had ik een vurige hobby waar ik ook erg goed in was, namelijk het vrijwillig nemen van foto's van met name Aziatische touristen op touristische routes. Ik vond het zo'n sneue gedachte dat van het echtpaar er altijd maar eentje op de foto stond. Ik ging er ook helemaal in op en bood het vaak zelf aan. Non verbale communicatie is belangrijk in zo'n geval en dus nam ik vaak het toestel van fotomaker over met wat gebaren van 'ga er maar bij staan' en zei dan altijd: dit is het bewijs dat jullie ook sámen op vakantie waren. Hoe mijn verrichtingen uitpakten wist men pas bij thuiskomst als foto's eenmaal ontwikkeld en afgedrukt waren. Nu wij ons opnieuw op de
Great Ocean Road begaven moest ik denken aan die keer dat ik op dezelfde route 8 jaar geleden de dochter van het stel in de foto aanbood om met haar ouders op de plaat te worden vastgelegd en ik wilde het toestel uit haar handen pakken maar ze liet niet los. Ze wilde niet op de foto. Het duurde even voor ik begreep dat zij míjn werk stond te doen. Zíj was de vrijwilliger die de foto van het voor haar volkomen onbekende echtpaar stond te nemen. Dit voorval is met name voor mijn zussen hèt verhaal om op te dissen bij vrienden, familie en verre bekenden ter illustratie dat ik wel eens met al mijn goedheid de plank een tikje mis sla.

Tegenwoordig zijn de Twaalf Apostelen (waar ik er maar zeven van telde trouwens, de rest is ingestort) nog steeds prachtig en wordt er nog altijd met verve geposeerd. De huidige vrijwilliger echter heeft nu de nieuwe taak om de genomen foto voor feedback aan te bieden, dat kan immers in het digitale tijdperk. "Zo goed, anders neem ik hem nog even over hoor", en nu vraag ik me af hoeveel mensen dan zeggen: ja, toch graag mét voeten en een beetje meer achtergrond alstublieft.

Hoe dan ook, de rest van de vakantie met Jochum en Martine was buitengewoon heerlijk. We hebben een nieuw kaartspel geleerd,
Doppelkopf, en we vonden het alle vier een bijzonder leuk spel. Melbourne bracht ons Kalle's eerste verjaardag, die samen viel met het
Chinese Nieuw Jaar, zodat we de optochten met Leeuwendansen en Draken konden bewonderen (en de draak even aanraken, dat zal komend jaar veel geluk opleveren). Bovendien kan je in Melbourne lekker shoppen bij een
Outlet, hetgeen talloze haarklipjes voor Laura opleverde -haarklipjes behoren tot dezelfde groep als sokken: je zit even niet op te letten en de helft van je paar is kwijt. De oplossing hiervoor moet zijn: vijf van dezelfde paren kopen, dan valt het niet op- en een sla centrifuge. Daar moet Jolmer op zijn kooksite maar een keer wat meer over uit de doeken doen, het was niet mijn idee.
Later kwamen we erachter dat we nationale
Pannenkoek dag hadden gemist.
Toen later hebben we nog een dagje gevist, althans, zo hadden we het bedacht totdat een paar overgevend over de reling hadden gehangen en de rest, behalve Jolmer, ook steeds bleker werd en wij, op Jolmer na dus, vroegtijdig in de haven werden afgezet om in onze cottage weer in bed te kruipen. Toch gek, zo'n deining.
Afscheid nemen is nooit leuk. Ineens realiseer je je dan hoe gezellig het is om een Nederlands potje te kaarten, gezellig biertje erbij, kletsen... en ineens voel je je dan zo ver weg. En dat zou volgens mij per definitie niet moeten kloppen. Volgens mij kun je wel 'ver' zijn, maar nooit zomaar 'weg'. En toch voelt dat dan zo. Daar heb ik het volgende op gevonden, ik wil het idee maar even lanceren: als jullie verre lezers nou wat dichterbij zouden komen wonen -ik stel het maar even voor - dan kennen wij nog een leuk nieuw kaartspel bijvoorbeeld.